Ik herinner mij nog goed dat er toen twee Fransen waren die, tot de stomme verbazing
van allen, een onbekende route wisten die hen leidde naar de
opgeslotenen. Ik wist dat door de ESB daar over geschreven was. Dus heb ik even
mijn dokumentatie doorgenomen.
Het ESB Bulletin 42 maart 1970 blz. 23 alin.4 (zie scan) maakt gewag van deze
twee Fransen. Men schrijft "par les plafonds" waarbij ik nu, en ook toen reeds, uitmaakte dat men niet via een andere 'onbekende' boveningang is gegaan.
In een ander artikel van bewust bulletin, namelijk het relaas door de vier opgeslotenen,
schrijven zij op blz 15 alinea 1 dat een Franse speleo uit Tourcoing bij hen kwam. Die kende als enige een weg die toeliet om de sifons te "shunten".
Ik kan nog meedelen dat ik, bij het navlooien van het bewuste bulletin 42 van de
ESB vaststelde dat er nog een artikel was handeldend over hun ontdekkingen
in de Nou Moulin. Op blz. 8 ( zie ook hieronder in de scan) komt naar voren dat toen nog
andere speleogroepen in de grot werkten. Zo meldt men als één van die
groepen de Speleo Club LES ORIONS uit TOURCOING. Het lijkt mij logisch dat
het leden van de deze speleogroep uit Tourcoing (voorstad van
Lille (Rijsel)) waren die de fameuse weg via de zoldering hebben ontdekt.
Hieronder een samenvatting van het verslag van de ESB met daaronder een stukje vertaling van de cruciale passage op pag 23 hierboven. Met hartelijke dank aan Marc Pauwels voor zijn vertaling.
Redding in Trou Maulin te Rochefort in 1970.
De Lhomme treedt
heel plots buiten haar oevers en zet de onderingang van de Nou Maulin onder
water. Vier speleologen worden hierdoor verrast en zitten vast. Er zijn
speleo’s en ervaren duikers in de buurt die snel ter plaatse zijn om een
reddingsoperatie op te zetten. Er is ook een plaatselijke aannemer die een heel
krachtige pomp heeft en zijn diensten aanbiedt.
Wanneer Speleo
Secours ter plaatse komt, nemen zij de zaak in handen. Direct worden de grote
middelen ingezet en de media zijn er ook direct bij. Achteraf is er veel
kritiek op het optreden van de leiding van de Speleo Secours. Ze zouden veel foute
beslissingen genomen hebben. Ze wilden niet samenwerken of luisteren naar
speleo’s die de grot beter kennen. Wie niet van de Secours was of tot een
andere federatie behoorde, werd genegeerd. Het aanbod van de aannemer met de
krachtige pomp wordt ook lang afgeslagen.
Ze zouden er ook
een groot mediacircus van gemaakt hebben. Met henzelf, de mannen van de Secours,
als helden en de andere speleo’s als onbekwaam en dom. De media krijgt
eenzijdig informatie van de Secours en brengt een berichtgeving met veel
onjuistheden, onwaarheden en veel sensatie. Achteraf maken ze ook een berekening
van wat die gigantische reddingsoperatie kost aan de maatschappij. Die
berekening is natuurlijk fel overdreven en op niets gebaseerd. En de schuld
wordt volledig in de schoenen geschoven van de vier ongelukkige speleo’s. Hen
wordt onkunde en onvoorzichtigheid verweten en ze worden zelfs bedreigd.
Vele speleo’s
zijn geschokt of verbolgen over deze gang van zaken en er komen een aantal
brieven, reacties van mensen die een en ander willen rechtzetten en eens hun
verhaal doen. In deze brieven wordt een tot dan onbekende boveningang vermeld,
die zou ontdekt zijn door enkele Franse speleo’s. Hieronder de vertaling van
wat er precies in deze brieven staat over deze ‘passage des Français’.
Max Delpierre
(Société Spéléologique de Namur) – le passage des Français:
‘Tegelijk waren er twee Franse speleologen die, verwonderd dat men hun Belgische collega’s die achter de sifons geblokkeerd zaten niet had proberen te bereiken via de plafonds van de grot, kwamen voorstellen om die weg te volgen, een passage die zij bevestigden te kennen. De leiding van de Spéléo-Secours wil hen niet geloven, argumenterend dat deze zo gezegde passage niet voorkomt op het plan van de grot. De twee Fransen trekken zich niet veel aan van het scepticisme van de Secours leiding, wiens autoriteit meer en meer afbrokkelt. Ze maken zich klaar en dalen af in de grot. Zonder enig probleem geraken ze van langs boven tot bij de opgesloten speleologen, zoals ze voorspeld hadden.’
‘Tegelijk waren er twee Franse speleologen die, verwonderd dat men hun Belgische collega’s die achter de sifons geblokkeerd zaten niet had proberen te bereiken via de plafonds van de grot, kwamen voorstellen om die weg te volgen, een passage die zij bevestigden te kennen. De leiding van de Spéléo-Secours wil hen niet geloven, argumenterend dat deze zo gezegde passage niet voorkomt op het plan van de grot. De twee Fransen trekken zich niet veel aan van het scepticisme van de Secours leiding, wiens autoriteit meer en meer afbrokkelt. Ze maken zich klaar en dalen af in de grot. Zonder enig probleem geraken ze van langs boven tot bij de opgesloten speleologen, zoals ze voorspeld hadden.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten