We zijn straks twee jaar verder en dan hebben we nog die topo niet af. Dat het ook anders kan bewijst het volgende stukje uit het bulletin van de ESB uit 1973:
het resultaat was de volgende topo:
maandag 17 december 2012
woensdag 12 december 2012
Réseau de la Coulée
In mijn bericht van 7 dec verwees ik naar het nog niet door ons gevonden 'wormvormig aanhangsel' op de topo van Fontaine van het rés. supérieur. Een ander klein vraagteken dat nog open stond was de beschrijving van Eric Rongé in zijn Spelerpes artikel 'de gevangenen van de Lhomme' van een réseau de 'La Coulée'.
Bij het doorlezen van de scans die we in Namen gemaakt hebben stuitte ik in het artikel van Jean Paul Fontaine "Decouvertes au Trou Maulin' (ESB 1970, nr 42) op de volgende passage:
I say no more.
Bij het doorlezen van de scans die we in Namen gemaakt hebben stuitte ik in het artikel van Jean Paul Fontaine "Decouvertes au Trou Maulin' (ESB 1970, nr 42) op de volgende passage:
I say no more.
vrijdag 7 december 2012
hop hop hop topografenstyle (suite 7).
Hop hop hop, dat was dus allemaal archiefstyle in de vorige zes afleveringen. Niet dat dat alles is, maar nu even iets anders: ons verslag van het werk op zondag 2 dec 2012. Dat laat zich vrij kort samenvatten.
In twee schoorstenen hadden we koord laten hangen omdat we de vorige keer nog niet klaar waren.
In de diaklaas met de mooie concreties vonden we een gangetje dat terugverbindt naar de andere diaklaas. We maakten er geluid en lichtcontact, maar besluiten dat het open maken van deze passage geen prioriteit heeft.
We kunnen er immers makkelijk met een artificiële klim aan de andere kant omhooggaan om te zien of het nog verder ergens toe leidt. Dat is er dit weekend nog niet van gekomen, maar Lisette en Marcel hebben nog wel de andere grote diaklaas, Zandloper Avenue (eigenlijk meer een voortzetting van de eerste diaklaas) helemaal uitgeklommen. Ook deze zit bovenin helaas weer helemaal dicht.
Terwijl Jos en Erik alles topograferen, maken wij nog wat foto's.
In twee schoorstenen hadden we koord laten hangen omdat we de vorige keer nog niet klaar waren.
In de diaklaas met de mooie concreties vonden we een gangetje dat terugverbindt naar de andere diaklaas. We maakten er geluid en lichtcontact, maar besluiten dat het open maken van deze passage geen prioriteit heeft.
We kunnen er immers makkelijk met een artificiële klim aan de andere kant omhooggaan om te zien of het nog verder ergens toe leidt. Dat is er dit weekend nog niet van gekomen, maar Lisette en Marcel hebben nog wel de andere grote diaklaas, Zandloper Avenue (eigenlijk meer een voortzetting van de eerste diaklaas) helemaal uitgeklommen. Ook deze zit bovenin helaas weer helemaal dicht.
Terwijl Jos en Erik alles topograferen, maken wij nog wat foto's.
Lisette leads the way in Zandloper Avenue |
topografenstyle |
hè, hè, daar is ie dan, de diaklazenstyle |
fotomodellenstyle |
fotografenstyle |
sleepzakkenstyle |
hop hop hop topografenstyle (suite 6). Topo Fontaine.
Jean Paul Fontaine maakte in 1968 samen met de gebroeders de Roeck en Jaques Meysmans een topo van het réseau supérieur, zeg maar het niveau van de grote zaal boven.
Ze klommen ook naar de andere zijde van de grote put, naar wat ze het réseau du spéléo club noemden, maar dat al eerder ontdekt was door de SCB in 1959. (Zie ons blog 29 dec 2011).
In de bibliotheek in Namen was een originele afdruk op groot formaat van een vroege versie van de topo van Fontaine, waar het réseau SCB nog niet opstaat.
Wel staat er op deze kaart een soort wormvormig aanhangsel, dat we zelf nog niet gelokaliseerd hebben. Een van de vele losse eindjes die we nog moeten afwerken.
Zie detail topo hieronder.
Ze klommen ook naar de andere zijde van de grote put, naar wat ze het réseau du spéléo club noemden, maar dat al eerder ontdekt was door de SCB in 1959. (Zie ons blog 29 dec 2011).
In de bibliotheek in Namen was een originele afdruk op groot formaat van een vroege versie van de topo van Fontaine, waar het réseau SCB nog niet opstaat.
Wel staat er op deze kaart een soort wormvormig aanhangsel, dat we zelf nog niet gelokaliseerd hebben. Een van de vele losse eindjes die we nog moeten afwerken.
Zie detail topo hieronder.
detail topo Fontaine 1968. |
donderdag 6 december 2012
hop hop hop topografenstyle (suite 5). Photo.
Oude foto's zijn altijd leuk.
Een heel fijn exemplaar is die van de klim in het réseau E.S.B.gefotografeerd door Daniël De Roeck en gepubliceerd op de omslag van het Bulletin d'information trimestriel de l'Equipe Spéléo de Bruxelles, nr 55, juin 1973.
Een andere foto, meer een in de trant van de ansichtkaarten is te vinden in:
LERUTH, R., 1939: La biologie du domaine souterrain et la faune cavernicole de Belgique. Mémoire du Musée d'Histoire Naturelle de Belgique, Verhandelingen van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum van België. 1939, pag 47, fig 5. (photo), 487p.
Een heel fijn exemplaar is die van de klim in het réseau E.S.B.gefotografeerd door Daniël De Roeck en gepubliceerd op de omslag van het Bulletin d'information trimestriel de l'Equipe Spéléo de Bruxelles, nr 55, juin 1973.
Een andere foto, meer een in de trant van de ansichtkaarten is te vinden in:
LERUTH, R., 1939: La biologie du domaine souterrain et la faune cavernicole de Belgique. Mémoire du Musée d'Histoire Naturelle de Belgique, Verhandelingen van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum van België. 1939, pag 47, fig 5. (photo), 487p.
hop hop hop topografenstyle (suite 4). Claude Kahn
Een van de geredde speleo's was Claude Kahn. Hij schrref een verslag van zijn ervaringen voor een blad van het Intitut Technique St Joseph. Een kopie hiervan vonden we in het dossier "Nou Maulin" in het Maison de la Speleologie in Namen.
De redding had natuurlijk de nodige staartjes. De dikste staart ging natuurlijk over 'wie zal dat betalen', maar er waren ook praktische zaken. Zoals in de Electron nr 3 uit 197, waar A. Slagmolen een lijstje met overgebleven spullen van de redding publiceerde. Eigenlijk is het niet zo'n heel grote lijst als je bedenkt hoeveel mensen er niet op de been gebracht zijn.
De redding had natuurlijk de nodige staartjes. De dikste staart ging natuurlijk over 'wie zal dat betalen', maar er waren ook praktische zaken. Zoals in de Electron nr 3 uit 197, waar A. Slagmolen een lijstje met overgebleven spullen van de redding publiceerde. Eigenlijk is het niet zo'n heel grote lijst als je bedenkt hoeveel mensen er niet op de been gebracht zijn.
hop hop hop topografenstyle (suite 3). Info FSB
Zo Sinterklaas is weer voorbij, dus kunnen we weer serieus werk verrichten:
Het wordt nog spannender met de vondst van een info blaadje van de FSB. Het "Feuillets d'Informations de la Federation Spéléologique de Belgique. (De FSB was een van de federaties die later opgingen in de UBS). In september 1967 verscheen hierin een bijdrage van Pierre Woestelande (sec), dezelfde speleo uit Tourcoing uit ons vorige bericht. (aldaar gespeld P. Westlande)
Hij rapporteert hier over een shunt om de sifons te omzeilen.
De derde zin hier is cruciaal:
Deze (door)gang vertrekt (begint) in het plafond achter de tweede sifon en mondt uit tussen de eerste sifon en het zeer lage plafond in een dwarsgang.
Marc Legros legt uit hoe dit te interpreteren, zie schets hieronder.
Mijn eerdere stukje tekst dat ik nu weggelaten heb is daarmee wishfull thinking geworden. Mea culpa.
Het wordt nog spannender met de vondst van een info blaadje van de FSB. Het "Feuillets d'Informations de la Federation Spéléologique de Belgique. (De FSB was een van de federaties die later opgingen in de UBS). In september 1967 verscheen hierin een bijdrage van Pierre Woestelande (sec), dezelfde speleo uit Tourcoing uit ons vorige bericht. (aldaar gespeld P. Westlande)
Hij rapporteert hier over een shunt om de sifons te omzeilen.
De derde zin hier is cruciaal:
Deze (door)gang vertrekt (begint) in het plafond achter de tweede sifon en mondt uit tussen de eerste sifon en het zeer lage plafond in een dwarsgang.
Marc Legros legt uit hoe dit te interpreteren, zie schets hieronder.
Mijn eerdere stukje tekst dat ik nu weggelaten heb is daarmee wishfull thinking geworden. Mea culpa.
dinsdag 4 december 2012
hop hop hop topografenstyle (suite 2) Spéléo Flash, Orion, Tourcoing
Een kleine vondst was het bestaan van een equipeerfiche van de grote put.
Veel spannender is de Spéléo Flash nr 8 uit feb. 1968 met daarin het verslagje van P. Westlande uit Tourcoing.
Het is meteen ook duidelijk waar die naam Orion vandaan komt.
Veel spannender is de Spéléo Flash nr 8 uit feb. 1968 met daarin het verslagje van P. Westlande uit Tourcoing.
Het is meteen ook duidelijk waar die naam Orion vandaan komt.
de foto van dit omslag is niet in de Nou Maulin, maar in de grot van Han gemaakt |
maandag 3 december 2012
Hop hop hop topografenstyle (1) Bul. ESB
Geheel in stijl is de bibliotheek ondergronds. Nathalie was er om ons de weg te wijzen. Dat deed ze geweldig. We hebben er met zijn vieren een hele dag gewerkt dus dat zijn effectief zo'n 28 uur archiefwerk. We hebben meer dan honderd scans gemaakt van documenten die verwijzen naar de Nou Maulin.
We deden een paar onverwachte vondsten.
Zo bleek dat Claude Kahn, een van de explorateurs die in 1970 vier dagen vast zat in de grot, een topo geeft gemaakt van het réseau supérieur.
topo C. Kahn, nouvelle sortie , 1967. |
De passage Orion was nog niet verbonden toen.
Het verslag van deze exploratie is geschreven door Daniel De Roeck in het Bul. ESB nr 33, 1967.
Hieronder de publicatie. De rest van het verslag later deze week.
Abonneren op:
Posts (Atom)