Terug van weggeweest, letterlijk want Erik en Lisette zijn in de Dachstein wezen grotten, Jos was ook in Oostenrijk, en ik in de Pyreneeën. Daardoor hebben we ons project een beetje verwaarloosd, maar dat hebben we dit weekend goedgemaakt. Prachtig nazomerweer en de Spingbalsemien staat nog in volle glorie in de grotingang.
Topo en explo. Het mysterie van de Nou Maulin blijft ons bezig
houden. Maar ook omdat de topo het vereist moeten we alle schoorstenen
in de Salle de Bivouac eens grondig onder handen nemen. Een mooie kans
dus om alles goed na te lopen.
Twee maanden terug hebben we
een stukje blokkenstort in kaart gebracht dat Marc ons gewezen had, maar
de rest van de blokkenstort aan die kant was nog niet helemaal
geschetst, dus wisten we niet waar we in verhouding met de rest zaten.
Jos en Lisette nemen die taak op zich terwijl Erik en ik de schoorstenen
onder handen namen. Na die klus geklaard te hebben komen ze naar ons toe om de schoorstenen mee te onderzoeken en te topograferen.
In ons 3D model in Therion kun je mooi uitrekenen hoever sommige gangen bij elkaar vandaan liggen. 11 meter vertikaal en 24 meter horizontaal is de staalkabel boven de Benetier 'slechts' verwijderd van de onderkant van de
Souffleur. Erik leidt en klimt gebruik makend van de in ongebruik geraakte lasso techniek 'vang een pierk'. Het levert hem de bijnaam
cowboy Erik op. We zullen dit weekend meer
old school technieken inzetten, maar we zijn ook heel blij met ons moderne supplement, de Hilti.
Als Erik boven aan de eerste schoorsteen komt hoor ik juichende mededelingen over een gang die horizontaal vertrekt, maar onze verwachtingen worden natuurlijk onmiddellijk getemperd door de vondst van diverse haken in de wand. Natuurlijk zijn hier eerder mensen geweest, dat ligt voor de hand, maar wellicht hebben ze met de technieken van toen toch iets laten liggen.
|
drie generaties haken |
We kruipen het gangetje in en zien onder ons een gat dat terug loopt naar waar we vandaan komen. Een paar meter verder begint een nieuw putje. We dalen het af en het brengt ons terug op niveau van de staalkabel, vlak bij de eerste steenbrug. Ook dat was eigenlijk voorspelbaar. We nemen ons voor om de volgende keer eerst de makkelijkst ogende klim te nemen i.p.v. de eerste klim. Hoewel het geen vervolg geeft, levert de klim de locatie op van een gangetje op de topo van Vandersleyen, waarvan het altijd onduidelijk was waar dat nou precies moest zijn.
Zo werken we de een na de andere 'schoorsteen' af. Met andere woorden, we klimmen overal waar het kan naar boven om te zien of het ergens naar toe gaat, of zou kunnen gaan. En weer zetten we
old school halve mastworp zekeringen, voorklim- en afdaaltechnieken in. Alleen Dulfer slaan we over.
Onze laatste klim dan de zaterdag zit vlak boven de
sifon naar de blokkenstort. Het is een schuin omhoog lopende helling die er verraderlijk makkelijk uitziet, maar gladde steen en modder worden een bijna onoverkomelijke hindernis zonder suppletiemiddelen. Gelukkig is onze voorraad ijzerwaren onuit
puttelijk. (Raar woord in deze context).
Als Erik boven is, ga ik door het 'sifon' (dat alleen tijdens overstromingen een sifon is) naar de blokkenstort. Ik klim een stukje omhoog en hoor Erik's stem al snel. Even later kunnen we elkaar al zien. Passage door deze blokken is precair. Als je een steen weg haalt stort de hele boel in elkaar. Het ligt nu al wiebelig, afblijven is het devies. Toch is het niet ondenkbaar dat hier een passage is geweest, ooit. Zou dat dan de
Franse route zijn geweest? Het is de hoogste tijd dat we die mannen van vroeger opsporen en ze eens stevig aan de tand voelen.
|
old school spantechniek |
Het meest veelbelovende schoorsteentje hebben we laten liggen voor vandaag. Zondag is er nog een dag en om 20.00 u staan we weer buiten om ons als de wiedeweerga naar Han te bewegen. Want daar schenken ze het bier met de kleur van sifonwater.
Dit weekend is er ook een paddestoelententoonstelling in de kelder van de Gite. Loran en zijn kornuiten van de mycologische vereniging hebben het bos 'leeggehaald' om alle soorten die er momenteel staan mooi uit te stallen.
|
de ingangspassage blijft qua vorm zeer fotogeniek |
|
En nu maar hopen dat die mol een zwemdiploma heeft |
|
onze toporobot Jos |
|
cowboy Erik |
Onze laatste schoorsteen levert weer een paar euforische momenten op. Het peuterschepje van Jos bewijst goede
diensten. Erik graaft zich stapsgewijs de modderhelling omhoog. Boven
gekomen vind hij inscripties in de wand. Iemand heeft een moeilijk te
ontcijferen naam in de rots gebeiteld. Onduidelijk wie. Jean Marie? Er volgt nog een tweede pijpje omhoog, waar een horizontaal spleetje een beetje tocht geeft uit twee kleine gaatjes in massieve rots. Maar ja, waar in deze grot tocht het eigenlijk niet?
Hierboven is nog een klein klimmetje en er is zelfs een minikamertje waar je met twee kunt zitten. Het is aan een zijde mooi wit gecalcificeerd. Alle andere kanten zijn gevuld met sedimentaire lagen klei. Hier heeft iemand al eens flink zitten graven. Ook hier een flauwe tocht maar die wordt op zeer mysterieuze wijze in de klei geabsorbeerd. Misschien is het onze eigen lichaamswarmte wel die de luchtstroming veroorzaakt.
|
het tweede deel van de schoorsteen omhoog |
|
wie kan dit ontcijferen? |
|
cowboy Marcel |